Ervaringsverhalen > Eva's ervaringen met burn-out en slapeloosheid

Totale uitputting

Toen ik instortte was ik zo moe dat ik voor mijn gevoel de hele dag wel kon slapen. Of nou ja, moe is misschien niet het juiste woord. Want ik was niet zomaar moe. Ik was volledig uitgeput. Zo uitgeput dat zelfs de kleinste dingen me niet lukten. Ik had niet eens de energie om mijn bord in de vaatwasser te zetten nadat ik had gegeten. Eten deed ik overigens ook niet fantastisch. Ik had niet de energie om iets klaar te maken, en als mijn vriend na zijn werk thuiskwam lag ik lamlendig en slap als een vaatdoek op de bank te wachten tot hij eten voor me zou regelen. Ik kon de hond niet uitlaten. Ik kon de was niet ophangen. Ik kon mijn haren niet wassen. Ik was zo ongelofelijk uitgeput. Maar elke avond gebeurde er weer precies hetzelfde. Ik ging naar bed en staarde urenlang naar het plafond voor ik uiteindelijk in slaap viel. Dit brak me op. Al was ik natuurlijk eigenlijk al gebroken. Het was zo frustrerend om de halve nacht wakker te liggen. Wat was er aan de hand? Waarom kon ik niet slapen? Zo zou ik toch nooit mijn energie weer terugkrijgen?

Frustratie en acceptatie

In het begin van mijn burn-out was ik vooral heel erg gefrustreerd. Ik kon maar niet accepteren dat het zo slecht met me ging. Dat ik niet kon slapen. Dat ik niet kon werken terwijl mijn collega’s extra hard moesten lopen. Ik wilde zo snel mogelijk beter worden. Maar hoe meer ik mijn best deed om beter te worden, hoe slechter het met me ging. Hoe langer ik thuis zat, hoe meer ik het besef kreeg dat het nog wel even ging duren. En uiteindelijk begon ik langzaamaan steeds iets meer te accepteren dat het oké was. Dat het tijd was om eerst aan mezelf te denken en voor mezelf te zorgen. Dat ik rust nodig had.

Houdt het ooit op?

Inmiddels ben ik ruim anderhalf jaar verder. En ik kan je vertellen: slapeloosheid bij een burn-out duurt niet eeuwig, al voelt het vaak wel zo. Herstellen van een burn-out is een lang proces. Het gaat tergend traag. Maar hoe meer tijd je jezelf gunt en hoe meer rust je neemt, hoe beter je uiteindelijk weer kunt slapen. Geef je zenuwstelsel de tijd om te herstellen. Ik doe tegenwoordig hard mijn best om niet te veel mijn best te doen. Niet alleen in het dagelijks leven, maar ook bij het slapengaan. En dat heeft bij mij een groot verschil gemaakt. Ik kan weer relatief goed slapen. Ik lig geen urenlang meer gefrustreerd te woelen.

Hoe heb ik dat gedaan?

Niet kunnen slapen kan erg op je zenuwen werken. Dat weet ik maar al te goed. Maar hoe meer je je druk gaat maken over het feit dat je niet kunt slapen, hoe erger je slapeloosheid zal worden. Hoe meer jij de focus legt op het ‘moeten’ slapen, hoe kleiner de kans dat het lukt. Je werkt jezelf alleen maar tegen. Als je je druk maakt worden er namelijk stresshormonen aangemaakt in jouw lichaam. En deze stresshormonen zitten je nachtrust flink in de weg. De oplossing? Stop met zo hard proberen. En ik weet het, dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Want jij bent gewend de volle honderd procent te geven bij alles wat je doet.

Twee dingen die bij mij goed werkten:

1. Vertel jezelf dat je ook rust als je niet slaapt. Zo haal je de druk eraf. In bed liggen en niks doen is ook uitrusten. 2. Gebruik omgekeerde psychologie. Doe je best om juist NIET in slaap te vallen.

Mijn boodschap aan jou?

Heb geen haast. Geef het tijd. En doe vooral niet te hard je best.